Oerhert bestaat uit vijf delen. De titels lijken te verwijzen naar een voorstelling waar we getuige van zijn, beginnend met een opkomst en eindigend met een exit. Het is allemaal niet geruststellend. Haerens laat zien hoe beklemmend het voor een mens en meer concreet voor een lichaam kan zijn om vast te zitten in een structuur: die van een opvoeding, de school, een relatie of een patriarchale samenleving.
Het openingsgedicht lijkt een poging om zichzelf achter te laten, met als doel om een uitweg te vinden: 'je zoekt een doorgang, een uitgang uit de mist, als een houten pop/ balanceert je zware hoofd van links naar rechts, blijf je vooruitgaan// tot alles vertraagt, je ledematen zich als gevulde zakken/ een voor een laten vallen, tot je ook je lichaam verlaat'. Dat lichaam zit bijvoorbeeld vast aan 'de oude restanten van een functioneel gezin'. In een andere passage wil ze zich losmaken van haar roots: 'ik onttrek het gewicht van heel West-Vlaanderen', maar besluit om h…Lees verder
Oerhert bestaat uit vijf delen. De titels lijken te verwijzen naar een voorstelling waar we getuige van zijn, beginnend met een opkomst en eindigend met een exit. Het is allemaal niet geruststellend. Haerens laat zien hoe beklemmend het voor een mens en meer concreet voor een lichaam kan zijn om vast te zitten in een structuur: die van een opvoeding, de school, een relatie of een patriarchale samenleving.
Het openingsgedicht lijkt een poging om zichzelf achter te laten, met als doel om een uitweg te vinden: 'je zoekt een doorgang, een uitgang uit de mist, als een houten pop/ balanceert je zware hoofd van links naar rechts, blijf je vooruitgaan// tot alles vertraagt, je ledematen zich als gevulde zakken/ een voor een laten vallen, tot je ook je lichaam verlaat'. Dat lichaam zit bijvoorbeeld vast aan 'de oude restanten van een functioneel gezin'. In een andere passage wil ze zich losmaken van haar roots: 'ik onttrek het gewicht van heel West-Vlaanderen', maar besluit om het toch een tweede kans te geven. Er is ook een man die zegt dat ze mooi is en wil dat hij haar dingen kan leren, 'iets voor haar betekenen kan.'
Zoals Hélène Cixous het in Le rire de la Méduse (1975) omschreef, hanteert Haerens hier l'écriture féminine, door niet abstraherend of cerebraal te schrijven, maar door net te kiezen voor een erg lichamelijke schriftuur. We vervallen weliswaar beter niet in een gendercliché, want de schriftuur van Peter Verhelst, waaraan sommige versregels in deze bundel doen denken, is even lichamelijk. Deze bundel is een verwerking van diepe emoties en trauma's. Traumatische ervaringen hebben niet alleen impact op de geest, maar ook op het lichaam. De lichaamssensaties veranderen, geuren, kleuren en geluiden worden anders. Haerens doet het ons in Oerhert ervaren.
Onbestaand kind
De bundel, met roze papier, legt als een tweede huid een beschermlaag op de dichter en de lezer. Maar hij laat ook de wonden zien. En de onrust die de grootstad, waar de dichter haar toevlucht heeft gezocht, teweegbrengt en die even sterk is als de geborgenheid die ze bij vrienden voelt. Er is het verlangen naar versmelting met de geliefde, die haar in de steek laat. Er is het verlangen naar een kind, dat Haerens beklemmend uit in een cyclus 'brieven aan mijn onbestaand kind'. Het kind is bijna lichamelijk voelbaar in de versregels. De derde cyclus maakt een impasse voelbaar en beneemt de adem: 'hoe klinkt een gebrek aan zuurstof gedrenkt in pulp.' Die impasse dringt in het schrijven door: 'je wilt een verhaal schrijven/ maar in plaats daarvan/ maak je puinhopen'. En in de communicatie tussen het ik en de geliefde, maar net zo goed de lezer: 'tussen jou en mij staat een muur/ die een narratief werpt over mijn lichaam.' De vrienden kunnen tijdelijk voor verbinding zorgen, maar die is moeilijk, zoals uit de vierde cyclus blijkt: 'geïsoleerd krullen we ons op/ verzinnen een warme rode lamp.'
Je zou voor minder willen verdwijnen. Dat verlangen wordt duidelijk in de laatste cyclus. Er is een verlangen om op te gaan in de natuur en in de taal. In elk geval is deze cyclus, met zijn mythische karakter, door de aanwezigheid van het oerhert, de sterkste. Er is sprake van verstrengeling van lichamen. Geen geborgenheid evenwel. De dreiging van verlies blijft: 'uit het ijsoppervlak steekt/ het kolossale gewei van het hert'.
Oerhert is een fascinerende zoektocht naar vrijheid, een burlende aanklacht tegen de beteugeling ervan door alle zichtbare en onzichtbare systemen in onze maatschappij. En een overtuigend debuut waarin Haerens laat voelen wat het betekent om een jonge vrouw te zijn in deze tijd.
Atlas Contact, 72 blz., 21,99 €.
Verberg tekst