Twee afgeslachte kinderen, een handvol dierlijke uitwerpselen en een afgesneden oor. Welkom in Ottessa Moshfeghs middeleeuwen. Nog voordat je twee pagina's ver bent in de nieuwe roman van de schrijfster van de verhalenbundel Heimwee naar een andere wereld en de onverwachte bestseller Mijn jaar van rust en kalmte sta je al kniehoog in het bloed en de modder. De zelfkastijding, de verkrachtingen en het kannibalisme moeten dan nog volgen.
Waar de 41-jarige schrijfster in haar vorige romans doorgaans de psyche van één personage verkende, laat ze de verteller van Lapvona door het bewustzijn van een half dorp dwalen. Er is de herder Jude die meer van zijn lammetjes dan van mensen houdt, er is zijn misvormde zoon Marek, de uit verveling wreedaardige landheer Villiam, de dorpsheks, de dorpspriester, de dorpstimmerman en de dorpsoudste. Meer dan een doelgerichte plot zijn het moedermelk, bloed en andere lichaamssappen die de personages aan elkaar binden. Moshfegh schrij…Lees verder
Twee afgeslachte kinderen, een handvol dierlijke uitwerpselen en een afgesneden oor. Welkom in Ottessa Moshfeghs middeleeuwen. Nog voordat je twee pagina's ver bent in de nieuwe roman van de schrijfster van de verhalenbundel Heimwee naar een andere wereld en de onverwachte bestseller Mijn jaar van rust en kalmte sta je al kniehoog in het bloed en de modder. De zelfkastijding, de verkrachtingen en het kannibalisme moeten dan nog volgen.
Waar de 41-jarige schrijfster in haar vorige romans doorgaans de psyche van één personage verkende, laat ze de verteller van Lapvona door het bewustzijn van een half dorp dwalen. Er is de herder Jude die meer van zijn lammetjes dan van mensen houdt, er is zijn misvormde zoon Marek, de uit verveling wreedaardige landheer Villiam, de dorpsheks, de dorpspriester, de dorpstimmerman en de dorpsoudste. Meer dan een doelgerichte plot zijn het moedermelk, bloed en andere lichaamssappen die de personages aan elkaar binden. Moshfegh schrijft met een goed oog voor detail, maar ze richt het vooral op de gruwel, en minder op de setting. Lapvona laat zich niet per se lezen als een historische roman, maar veeleer als een fabel of een grimmig sprookje zonder boodschap of moraal.
Sociale ongelijkheid, de benarde positie van vrouwen, de knechtende kracht van de kerk, de fundamentele wreedheid van de mens en de al even fundamentele onrechtvaardigheid van ons aardse bestaan, Moshfegh stipt het in Lapvona allemaal aan, maar haar existentialisme neigt ook soms naar het puberale. Bij Moshfegh is de wereld niet gewoon betekenisloos, maar 'stom'. De conclusie is uiteindelijk dat de mens een behoorlijk misselijkmakende soort is. 'Het leven was chaos. Er waren geen beloningen.' Zo klinkt het bij monde van Dibra, de overspelige kasteelvrouw die haar zoon verliest. Wat Lapvona enigszins moeilijk te verteren maakt, is niet de opeenstapeling van drek, noch de onophoudende speurtocht naar het allerslechtste in de mens, maar de wetenschap dat er niets tegenover zal staan, dat de auteur geen betekenis zal voorzien. Daarin zit het ware, en oprechte, nihilisme van deze roman. En dat dwingt uiteindelijk bewondering af.
Ottessa Moshfeghs hardnekkige weigering om literatuur te schrijven als een knusse knuffelruimte waarin we schoonheid, wijsheid en troost kunnen vinden, verdient lof. Moshfeghs romans zijn geen safe spaces, maar de gruwel is nooit helemaal gratuit. Haar verhalen draaien om de ongemakkelijke waarheden over onszelf. Ze dwingen lezers om zich vragen te stellen over de luie stoel vanwaaruit ze literatuur doorgaans consumeren. Voor Ottessa Moshfegh is en blijft de schrijverij in de eerste plaats een kunstvorm, ook al verpakt ze haar roman soms iets te gretig als goor entertainment.
Vertaald door Lidwien Biekmann en Tjadine Stheeman, De Bezige Bij, 350 blz., 24,99 € (e-boek 13,99 €).
Verberg tekst