Vijftig jaar na diens dood geeft Philip Norman zijn visie op het leven van Jimi Hendrix. Van zijn geboorte in Seattle, USA, waar hij als arme, moederloze jongen opgroeide tot zijn overlijden in London, onder nog steeds onduidelijke omstandigheden. Normans boek is geen diepgravend psychologisch portret, maar vooral een aaneenschakeling van anekdotes over de man die de grootste gitarist aller tijden wordt genoemd, maar die te naïef was om weerstand te bieden aan de geneugten van succes: drank, drugs en heel veel vrouwen. Omdat zijn hoofdpersoon is overleden, moet de auteur alle informatie uit de tweede hand krijgen. Norman heeft gesproken met vele mensen die in de omgeving van Jimi Hendrix leefden, maar hun herinneringen zijn niet altijd even betrouwbaar. De twee slothoofdstukken doen verslag van het onderzoek naar de toedracht van zijn dood en wat er in de vijftig jaren na Jimi’s dood gebeurde. Het boek bevat een fotokatern, een register en een bronnenlijst per hoofdstuk. Philip Norman maakte eerder biografieën van popsterren Mick Jagger, Paul McCartney en Eric Clapton. Verberg tekst